Italiaanse uitbundigheid
-
29 oktober 2021 - 17:00
-
Lutherse Kerk Den Haag
29 oktober 2021 - 17:00
Lutherse Kerk Den Haag
Al in de zestiende eeuw probeerden componisten de ruimtelijke werking van de kerken in Italië en de kleurenrijkdom uit de beeldende kunsten nu ook in de muziek tot uitdrukking te brengen. Het begon in Venetië met een opstelling van zangers en instrumentalisten aan weerszijde van het koor van de San Marco. Verschillende bezettingen en het benadrukken van het tekstritme zorgden voor een zekere dramatiek en uitbundigheid eigen aan de Italiaanse barok. Na de beide Gabrieli’s kwam Claudio Monteverdi (1567-1643) naar Venetië en reorganiseerde hier als eerste de kerkmuziek : meer en beter opgeleide musici, die aan de hoge eisen van deze nieuwe manier van musiceren konden voldoen. Het is vooral te horen in de brede opzet van de psalmen en motetten, die aan de vespers op grote feestdagen extra luister gaven.
Hoe anders klinkt de muziek van Chiara Margarita Cozzolani (1602-1678) en Xaveria Perucona (c.1652- na 1709). Beide kregen hun eerste muzikale vorming thuis. Ook hun verdere carrières vertonen overeenkomsten. Cozzolani trad op achttienjarige leeftijd in in het vrouwenklooster van Santa Radegonda in Milaan. Nadat ze daar moeder-overste werd, stopte ze met het schrijven van muziek. Voor zover bekend componeerde ze tot ongeveer 1650, maar gaf de zangkunst niet op. En zeker niet in dat klooster, waarvan de nonnen bekend stonden om hun zangtalent waarvan zij ook buiten de kloostermuren getuigden. Dit tegen de zin van de aartsbisschop, Alfonso Litta, die alles in het werk stelde om de nonnen daarin te beknotten. Maar Filippo Picinelli, een augustijner kanunnik en theoloog en filosoof die in Milaan groot gezag genoot, stak juist de loftrompet over de bijzondere muzikale gaven van de nonnen, waaronder uiteraard ook Cozzolani. Xaveria Perucona trok zich op zestienjarige leeftijd terug in een Ursulinen-klooster nabij Novara. Wat wij van haar kennen beperkt zich tot één enkele bundel (1675) met 18 motetten, bedoeld voor het kloosterleven. Ook Perucona gaf vervolgens voorrang aan haar religieuze plichten.
De vrouw lijkt in het muziekleven van die tijd een ondergeschikte rol te spelen. Toch waren er vele vrouwelijke componisten van uitzonderlijk hoog niveau. Alleen, een publiek optreden was hun voorlopig niet gegund. In het vrijere denken van Venetië, los van traditie van kerk en adel, ging dat kennelijk iets gemakkelijker.
Royal Early Music
MUZIKALE LEIDING, KLAVECIMBEL Edoardo Valorz
COACHING TROMBONES Matthijs van der Molen
SOPRAAN Ai Horton, Julie Krog Jensen, Frieda Jolande Barck, Kristina Archer
ALT Arturo den Hartog, Marcel Jorquera Vinyals, David Batista Falcon
VIOOL Alexandre Turmel, Anna Vidal Farion
VIOOL/ALTVIOOL Elana Cooper, Maria Garcia Sanchez
TROMBONE Matthijs van der Moolen (A), Aurora Erika Luciano (T), Helgi Hauksson (B)
VIOLONE Blanca Martin Munoz, Isaline Leloup
ORGEL Seung Gyun Yu
LUIT/THEORBE Daria Shafie, Rafael Arjona Ruz
HARP Michela Amici
ORGEL SOLO Geurt van Lagen, Luuk Schuurman
Andrea Gabrieli (1532/33-1585)
Toccata del 8. Tono
Maria Xaveria Perucona (c. 1652 - na 1709)
Gaude Plaude
Giovanni Paolo Cima (c.1570-1630)
Sonata a 4
Chiara Margarita Cozzolani (1602-1678)
Quis audivit
Giovanni Gabrieli (1557-1612)
Sonata VIII a 8
Andrea Cima (1580-?)
Capriccio a 4
Giovanni Rovetta (1596-1668)
Salve Regina
Adriano Banchieri (1568-1634)
Canzon l’Alcenagina
Francesco Rognoni (1570-1626)
Vestiva i colli passaggiato
Adriano Banchieri
Cantate Domino
Chiara Margarita Cozzolani
Confitebor
Claudio Monteverdi (1567-1643)
Sonata Sopra Sancta Maria
Girolamo Frescobaldi (1583-1643)
Toccata Decima (1637)
€ 16,00 p.p.
Lutherse Kerk Den Haag
Lutherse Burgwal 7-9
2513 CB Den Haag