Beschrijving
KLAARTJE IN HET KLOOSTER
Wie in het Italiaanse schiereiland van de 17de eeuw als vrouw geboren werd in een gegoede familie, had geen ander toekomstperspectief dan een (gearrangeerd) huwelijk of het klooster. Dat laatste bood voor een jonge vrouw die haar muzikaliteit verder wilde ontwikkelen en beleven de meeste kansen. Niet alleen moest er tijdens de mis gezongen worden en het orgel bespeeld, maar vrouwelijke religieuzen binnen de kloostermuren, monialen, konden ook beschikken over hun eigen muziekinstrumenten. Bij de uitvoering van polyfone muziek gingen ze creatief om met het gebrek aan mannen: instrumenten als de viola da gamba en de niet zeer ‘vrouwelijke’ trombone konden de lage stemmen voor hun rekening nemen, wanneer die niet - al dan niet een octaaf hoger- door medezusters gezongen werden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de meeste gepubliceerde vrouwelijke componisten in de 17de eeuw monialen waren.
Wat wel verwondering werkt, is hun muziek. Lucrezia Orsina Vizzana’s voorliefde voor teksten die verwijzen naar zingen en musiceren is als een persoonlijke bekentenis. Isabella Leonarda publiceerde niet alleen virtuoze vioolsonates, maar bezingt in haar teksten ook de vreugde van haar aardse bestaan met Jezus. Chiara Margarita Cozzolani verklankt de liefde voor haar hemelse bruidegom op zeer zinnelijke wijze, en de metaforen die Vittoria Aleotti en Caterina Assandra voor de hemelse liefde gebruiken zijn niet wezenlijk anders dan die waarin hun tijdgenoten de erotische liefde beschrijven.
Uitvoerenden
Klaartje van Veldhoven, Liga Zirina, Constance Allanic